donderdag, maart 28, 2013

Taalmisbaar (exit diminutiva)

Heden las ik, via Twitter doorgestuurd, dit: het is het eerste van wat beloofd wordt als een lijst van 'een vijftal [dikdoend Nederlands voor: vijf] alternatieve redenen [...] die wellicht ten grondslag liggen aan de zich zo langzaam ontwikkelende ebookmarkt'.

Lees dit, voor een goed of zelfs beter begrip, vooral nog eens rustig na, des gewenst in de oorspronkelijke context: de webstek van Eburon, academic publishers, want het gaat hier maar liefst om: redenen die ten grondslag liggen aan de ebookmarkt.

"1. Het boek is helemaal niet kapot
‘If it ain’t broke, don’t fix it’, luidt het gezegde. Als je er over nadenkt zijn boeken best ideale gegevensdragers. Als je er één koopt kun je het meteen inzien. De opmaak is precies zoals de vormgever het bedoeld had. De accu kan niet leegraken tijdens het lezen, en als je een boek op de grond laat vallen gaat het niet kapot. Je kunt een uitgelezen boek probleemloos weggeven of doorverkopen. Er is een ongelofelijk groot aanbod van goedkope tweedehands boeken en je treft bovendien heel veel ‘gratis’ boeken aan in de bibliotheek. Kortom: het boek werkt gewoon nog te goed en er is helemaal geen behoefte aan een nieuwe technologie, die bovendien nog best wel veel beperkingen kent (zoals matige standaardisatie, onhandige drm, gebrekkige opmaak)."

Eerst de schil, dan de peul.

1.a. Als iets niet kapot is, kan er toch een alternatieve, misschien wel een - afhankelijk van de wensen van de gebruiker - betere versie van bestaan of ontwikkeld worden.

1.b. Als ik erover nadenk, zijn boeken ideaal om sommige gegevens te dragen, niet noodzakelijk alle, zelfs niet noodzakelijk alle literaire 'gegevens'.

1.c. Als je één e-boek koopt, is de implicatie van het namens Eburon opgestelde bericht, kun je het niet meteen inzien. Mijn boekhandel doet evenwel een p-boek in een kunstig gevouwen papier, zo dat de binnenkant vrolijk contrasteert met de buiten-dito, en dat geheel gaat in een papieren of plastieken zak dan wel tas, waarmee ik het een en ander naar huis transporteer, alwaar ik het plakband er weer van losmaak, het papier eromheen weer openvouw, het boek erin er weer uitneem, het papier wederom toevouw en in die toestand in de oud-papierdooos leg, terugloop naar het boek, dat van de tafel opneem, meeneem naar een bank of fauteuil, des gewenst een leeslicht aanknip, en het boek aldaar en alzo eindelijk inzie. Een e-boek koop en open ik in vijf digitale stapjes zonder mijn huis of werkplaats of vakantiewoning of lijfkroeg te verlaten.

1.d. Een goed, echt, werkelijk als zodanig ontworpen e-versie van een boek verschijnt op mijn e-lezer (al dan niet in de tabletrekenaar geïntegreerd) precies zo als de digi-vaardige vormgever, niet angstig aan één enkel lettertypje zich ophangend, het bedoelde.

1.d. Mijn armspieren kunnen niet oververmoeid raken bij het tijdens de halfslaap vasthouden van weer zo'n te dikke autobiografisch geïnspireerde roman, indien ik die lees in e-versie.

1.e. Ik heb per ongeluk wel eens band 'J-R' van de Van Dale uit m'n handen laten vallen, en trouwens ook eens 'gaasje - harspleister' van het WNT: aan gort, naar de Philistijnen, kaduuk, stuk, in de rug geknakt, uit de band gescheurd, niet meer te plakken.

1. f. Over het doorschuiven van e-boeken durf ik niet ver uit te wijden, maar toen ik mijn e-lezer had gekocht, zei mijn schoonzus enthousiast en gratis: 'Oh, dan heb ik nog wel wat boeken voor je', en ze gaf me een USB mee met meer e-quivalenten van analoge boeken dan ik ooit op zeven houten planken had kunnen herbergen.

1.g. Ik kan meer gratis e-boeken downloaden dan me lief is via tal van digitale boekaanbieders en zeker veel meer dan ik analoge boeken gratis kan krijgen die de moeite waard zijn. Sakkernondeju.

1.h. Mijn uitleenbibliotheek, zowel de professionele als de gemeente-versie, biedt even 'gratis' papieren als digitale boeken aan.

Kortom: wat een volkomen ondoordacht, oever- en eindeloos gezweefzwatel plettert W. de J. op de webstek van Eburon. Moet ik de overige vier 'alternatieve redenen' ook nog lezen? Dacht het niet. Lust je nog peultjes? Idem.

woensdag, maart 27, 2013

Taalmisbaartjes

1.
‘De opbouw van de beide verhalen kent naast de achteraf vertelde bekentenis nog een overeenkomst: in beide verhalen is aan het slot sprake van een dramatische gebeurtenis die het verhaal een andere wending geeft.’

Geen idee waaraan ik dit ontleen. Ik noteerde het citaat dan ook als een symptoom, niet als een uniek verschijnsel.

Nooit wordt in zo’n essay met zo'n opmerking verteld wat de eerste wendig is, of de voorafgaande zelfde wending. Zo die er al zou zijn. Maar die is er niet. Bijna nooit. Bedoeld wordt, denk ik: een onverwachte wending, of kortweg: een wending, terwijl je verondersteld wordt te verwachten dat het verhaal als door een industrieel afvoerkanaaltje rustig aan ten einde zou kabbelen. Knap toch, dat veel schrijvers die illusie steeds weer weten op te bouwen: u weet zelf wel, lieve lezer, hoe het verder gaat, maakt niet uit, ik schrijf nog wel even door, hoor, babbeldebabbel... en dan, opeens, stilte, heldere hemel: een andere wending.

2.
De slotzin van een recensie van Rosenbooms De rode loper in een groot landelijk en ochtendlijk dagblad: ‘Hoe onderhoudend De rode loper ook is, de roman laat vooral zien dat deze schrijver niet aan zichzelf kan ontsnappen.’

Misschien ben ik een onwelwillende lezer - terwijl ik echt mijn ongeloof (‘Noteert iemand dat serieus?!?’) aan alle Voordorpse polderwilgen probeer te suspenderen - maar ik vraag me toch af: verwachtte de recensent werkelijk dat Roosenboom opeens als Amatmoekrim ging schrijven? Bij wijze van andere wending in thematiek en stijl of zo?

’t Klinkt sowieso als een gevalletje Faint Praise. De passage na de komma is de ontkrachting van de mogelijke waarheid van de passage ervoor. Deze recensent zegt van wel, maar vindt de roman kennelijk alles behalve onderhoudend, want die Roosenboom, die blijft maar door roosenbomen; erger: wat zijn jongste roman vooral laat zien, is de onveranderlijkheid van Roosenboom.

vrijdag, maart 08, 2013

E-reading

Ik ben, geloof en vrees ik, een volkomen e-reading fool. Een jaar geleden kreeg ik een elektronische tekstdrager met van die digitale 'inkt'. Bladert uiterst tot tergend traag, maar er past knoertveel tekst in en het leest echt heerlijk. En het apparaat is licht en klein; het past in een jaszak en reist dan ook mee in bus en trein. Het heeft internetverbindingsmogelijkheid, maar de browser is a fucking hell; dat grijze, want verder kleurloze scherm is met z'n piepkleine pestlettertjes schier onleesbaar en de informatie van de i-pagina's past er niet op. 'k Heb gisteren geprobeerd een boek neer te laden van de DBNL. Dat was dus DBN-hel. Niet gelukt. Ligt dus niet aan de DBNL, maar aan dat lezerbladeraartje.

Sinds kort heb ik een tabletrekenaar met ingebouwde leesmogelijkheden. Maar omdat ik van nature braaf instructies volg van aanbieders, lees ik nu de Volkskrant in een kiosk, terwijl de NRC in een andere applicatie opduikt. De groene Amsterdammer zei dat-ie in Tablisto wilde, dus dat heb ik ook maar genomen (gratis als het is); inmiddels heet dat ding Bruna Tablisto, en ziet er anders uit dan eerst. Sommige boeken komen terecht in een appje dat, heel toepasselijk, 'boeken' heet, maar waar gek genoeg ook een krant in zit. Overal zit ook al de nodige gratis literatuur in. Buitenlandse vooral. Ons bin zuunig, of zo. Maar mooi dat ik de hele Dickinson nu heb.

PDF-jes lees en/of bewerk ik met Evernote en iAnnotate, zonder dat ik nog een systeem heb van wat ik waar bewaar. Daarmee houd ik mijn analoge geheugen in stand.

En heden kwam ik via een twiet een aanbieding tegen van Stoner van John Williams, dat me al van diverse kanten werd aangeraden. Dus hup, niet zeuren, een mooi boek voor vijf euren. Hotscha, en wéér een nieuwe e-lezerapplicatie erbij, nu een getooid met de idiote naam Kobo, en met wéér een andere gebruikersnaam en wéér een ander cryptisch wachtwoord. En allemaal willen ze dat ik gezellig meedoe met babbelgroepjes en consumentenpannels, nieuwsbrieven, updates... Mij duizelt.

Gisteren, trouwens, heb ik dat boek, dat ik eerder al probeerde, De stille kracht van Louis Couperus, via m'n tablet gratis binnen gehaald; dat was ongelogen binnen een halve minuut geregeld: zoeken, vinden, binnenhalen en openslaan. Wonderbaarlijk. Nu hoop ik dat ik het straks terug weet te vinden.


Dagje later. Ook dat nog. Om boeken uit de universiteitsbibliotheek te kunnen neerladen, heb ik nu ook de Bluefire Reader moeten installeren. Dat wil zeggen dat ik nu meer digitale dan houten boekenkasten heb, maar een omgekeerde verhouding qua boeken. Wanneer komt dat in evenwicht?


Later diezelfde dag: het is wel prettig dat je zo makkelijk aantekeningen kan maken in een digiboek (die je er ook weer zonder gommen uit kunt halen, en allemaal kunt verzamelen), en dat je woordbetekenissen kunt opzoeken op 't internet, en dat je ook kunt zien waar en hoe frequent een woord in het boek voorkomt. Ik weet nu dat het woord(deel) 'artist' zesentwintig keer voorkomt in De stille kracht, en als je even wacht zoek ik ook nog op of dat vooral in een context met mevrouw Eva Eldersma is.

donderdag, maart 07, 2013

Academica Literatuurprijs 2013 - Nominaties

En daar zijn ze dan, best wel de beste.

De drie genomineerden voor de Academica Literatuurprijs 2013 zijn bekend. De nominatiejury heeft uit meer dan 100 ingezonden Nederlandse en Vlaamse fictiedebuten drie kanshebbers geselecteerd. De prijs bestaat uit de Academica award en 10.000 euro. De Academica Literatuurprijs wordt dit jaar voor de achttiende keer uitgereikt. In 2011 was Peter Buwalda de winnaar met Bonita Avenue en vorig jaar Erik Menkveld met Het grote zwijgen.

Alle door de uitgeverijen ingezonden boeken zijn uitgegeven tussen 1 oktober 2011 en 30 september 2012. De jury heeft na een voorselectie - een longlist van 15 titels - de onderstaande drie debuten geselecteerd.

De nominaties voor 2013
Cristophe van Gerrewey, Op de hoogte (De Bezige Bij)
Hanneke Hendrix, De verjaardagen (De Geus)
Shira Keller, M. (Podium)

Enkele citaten uit de juryrapporten

Over Op de hoogte: ‘Daarmee krijgt dit relaas van oprecht liefdesverdriet bijna onopvallend een metafictionele dimensie.’

Over De verjaardagen: ‘Op een losse, bijna nonchalante en volkse toon weet de schrijfster in haar eerste roman een fijnzinnig evenwicht te bewaren tussen heftige thema’s en anekdotiek.’

Over M.: ‘In een suggestieve stijl met verrassende associaties en intrigerende tijdsprongen roept Shira Keller een wereld op die je bijblijft.’

Publieksprijs
Het is nu, tot en met augustus 2013, aan de lezers om hun gemotiveerde stem uit te brengen op wat volgens hen het beste debuut van Nederland en Vlaanderen is. De winnaar wordt 12 september 2013 bekend gemaakt. Deze werkwijze, waarin een vakjury de voorselectie doet en louter de lezers de winnaar bepalen, is uniek voor een Nederlandse literaire prijs.

De vakjury
De vakjury bestond uit
Casper Markesteijn (voorzitter), schrijver, recensent en publicist
Anna Luyten, journaliste, filosofe, literatuur- en theaterwetenschapster
Arjan Peters, recensent en redacteur van de Volkskrant
Kees Snoek, schrijver, hoogleraar Nederlandse Letterkunde en cultuurgeschiedenis aan de Sorbonne (Parijs)
Fabian Stolk, vroolijke hermeneut, docent/onderzoeker Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht