donderdag, november 27, 2014

Stijl in de vroege morgen

De laatste tijd hoor ik, dankzij het onvolprezen medium der radiorondstraling, tijdens het ontwaken een wervende boodschap van een bedrijf waarvan ik nog steeds niet de naam heb onthouden. De boodschap doet me, voor de bedrijfsnaam tot me doordringt, denken aan een onderzoekje dat studenten in de cursus Schrijven en Presenteren moesten uitvoeren, onderzoek naar de hoeveelheid Engels in reclameboodschappen, en of die toeneemt, en ook op welke manieren dat Engels zich nestelt in Nederlandstalige commercials, zal ik maar zeggen.

De inderdaad vrijwel geheel Nederlandstalige auditieve advertentie bevat de slogan, om het zo maar aan te duiden: "People matter, results count". Die slagzin wordt steeds door een andere (zich als) werknemer (voordoende hoorspelacteur) uitgesproken, want het bedrijf wil niet alleen een indruk van internationale zakelijke activiteit wekken, maar ook het imago oproepen van lieve-menselijkheid.

En daar word ik dan wakker van. Niet van de boodschap, maar van de vorm, want de meeste van die werknemers zeggen iets als: "Piebel medder rezults kauwnd". "Who cares," vraagt mijn ontwakend brein zich op zijn beurt af, "als het zó belabberd wordt uitgesproken?"

Sinds die gedachte goed post heeft gevat, wijdt mijn matineuze denken zich aan de boodschap. Wat mag deze behelzen? Wat is het verband tussen deze twee zinnen of deelzinnen. Ik hoor er punt, komma noch puntkomma tussen, en een degelijke connector is er in het geheel niet, dus ik moet aan de interpreterende slag. Anders dan veel slagzinnen in de etherreclame is deze stilistisch niet om over naar huis te schrijven. Vandaar dit berichtje hier.

Eens kijken of er een patroon in zit. Een beetje tekstboek stijlfiguren bevat voorbeelden uit de reclame. "Ha, heerlijk: Hunter", allitereerde mijn moeder vroeger de draadomroep na, zelfs toen ze al gestopt was met roken.

people matter
results count

Onderwerp + persoonsvorm, en dat tweemaal. Dat is de enige parallellie, het enige patroon waaruit blijkt dat er iemand geweest kan zijn die over deze kreet heeft nagedacht. Niet indrukwekkend.

"People" heeft een trocheïsche, "results" een jambische maat; die vloeken met elkaar. "Matter" heeft twee lettergrepen, "count" kent maar één syllabe. Dat botst dus ook al; er komt geen (fraai of dwingend) metrum tot stand. Geen coherentie, geen synergie. Ik noem maar wat. Eind- of ander rijm is er niet. Niets wat de zinnen verbindt.

Dan zit het effect vast tussen de twee zinnen. Vormen ze een climax wellicht? Zou ik er een spreektalig 'dus' tussen kunnen zetten? Neen. Het kan eigenlijk alleen maar - aansluitend op de ontbrekende stilistische bindmiddelen - een soort antithese zijn: "people matter, but results count". Vertaald: mensen doen er wel wat toe, maar het zijn alleen de bedrijfsresultaten die echt meetellen.

Vandaar dat die werknemers niet warm lopen voor een heldere uitspraak. Onbewuste insubordinatie.

woensdag, november 19, 2014

Poëtische paradox en/of aporie

Een beetje moeizaam voort lezend in een boek waar ik enthousiaster aan was begonnen, blijft mijn lezend oog opeens overdrachtelijk hangen aan dit ophaaltje:
Veel mensen lezen weinig poëzie.
Grappig, want mijn lezend brein ziet achter deze open deur onmiddellijk een parallel universum:
Weinig mensen lezen veel poëzie.
Schiet je ook geen meter mee op. Wel met die mensen, maar niet met de mededeling, die een meting veronderstelt. Maar hoeveel is weinig en hoe weinig is veel (dan wel: hoe veel is weinig en hoeweinig is veel)? Oooh, als alfa's aan het tellen gaan... (vertel mij wat).

Maar de tekst gaat verder:

Dat zouden ze beter meer kunnen doen, [...].
Zouden die vele mensen die weinig poëzie lezen dan maar beter méér weinig poëzie kunnen lezen? Meer korte stukjes poëzie, of 'meer' als in: vaker? Of zouden diezelfde vele mensen eenvoudigweg meer poëzie moeten lezen? Komt misschien op hetzelfde neer?

Maar (ik ben als ontregelde poëzielezer soms wat te zeer ingesteld op regelachtige eenheden, een alexandrijn kan ik nèt aan qua behapbare taalbrok) de tekst gaat verder:

al is het maar vanwege de vernieuwing van taal en denken die het teweegbrengt.

Het meer weinig poëzie lezen brengt dus vernieuwing van taal en denken teweeg? Zou het? En dat is niet een conclusie, maar een vooronderstelling, zoals het hier staat, in dat boek waarvan ik auteur noch titel nog genoemd heb.

Ik ben neuroloog noch linguïst maar toch heb ik er zo mijn twijfels bij dat 'taal' (überhaupt, niet beperkt door een voorafgaand 'hun', 'onze' of 'de Nederlandse') en denken (evenmin geclausuleerd) vernieuwing ondergaan ten gevolge van het meer weinig poëzie lezen. Enigszins geïndoctrineerd door The Shallows van Nicholas Carr hel ik meer over naar de overtuiging dat het lezen van meer veel poëzie je misschien een tikkeltje die kant op kan helpen. Dus frequenter langere lappen poëzie lezen. Of goed proza. Goed voorbeeld doet goed volgen.

Leest meer epen, het verdiept uw brein.